Blight: Survival lijkt de droom van alle middeleeuwse fans, maar dat is nu juist het probleem

0
732

Blight: Survival wil middeleeuwse dromen waarmaken – met co-op, ridders en Unreal Engine 5. Maar het spel heeft nog een lange weg te gaan.

Middeleeuwse spelletjes zijn altijd een goed idee. In het bijzonder kunnen veel lezers van GlobalESportNews maar moeilijk genoeg krijgen van strategie- en bouwspelseries zoals Mount & Blade, Age of Empires of Crusader Kings.

De kleine IJslandse ontwikkelstudio Haenir Studio wil zich nu aan iets totaal nieuws wagen met Blight: Survival. De eerste screenshots doen de harten van middeleeuwse fans sneller kloppen – ridders, lansknechten en vervallen boerderijen hebben er zelden zo goed uitgezien. Dankzij Unreal Engine 5.

Maar of deze historische droom ooit zal uitkomen … dat is een ander verhaal.

Wat is Blight: Survival over?

Met de naam Blight: Survival zou je kunnen denken dat je een overlevingsspel à la Valheim of The Forest mag verwachten. Dat wil zeggen: met crafting, base building en een open wereld. Maar volgens de ontwikkelaars staat Survival voor survival horror in de stijl van Resident Evil.

Dus, waar gaat het allemaal om? Samen met maximaal drie vrienden moet je je een weg vechten door een door oorlog verscheurde wereld waarin een nieuwe plaag is ontstaan uit de overblijfselen van de vele doden. Het verspreidt zich snel en verandert alle geïnfecteerden in afgrijselijke gruwelen. Het T-virus van de Middeleeuwen, zo te zeggen.

(Een gemene plaag infecteert de spelwereld en verandert mensen in monsters.)
(Een gemene plaag infecteert de spelwereld en verandert mensen in monsters.)

Er zullen overal brute gevechten zijn tegen mensen en monsters. Om deze zo gevarieerd mogelijk te maken, kun je stapels verschillende middeleeuwse wapens en harnassen bemachtigen waarmee je je speelstijl kunt individualiseren. Er is ook karakterontwikkeling met vrij te spelen vaardigheden.

De ontwikkelaars beloven een gevechtssysteem zoals in Mordhau of Chivalry 2, dat zich richt op directioneel aanvallen en blokkeren. Stealth passages zijn ook inbegrepen. Het is echter nog niet mogelijk te zeggen hoe de hele zaak uiteindelijk zal spelen – er is nog geen teken van echte gameplay. En of het spel ooit zal worden uitgebracht is op dit moment nog meer dan de vraag.

Blight: Survival heeft nog een lange weg te gaan

Blight: Survival klinkt behoorlijk ambitieus en ziet er, dankzij Unreal Engine 5, op de eerste beelden adembenemend goed uit. Eigenlijk veel te goed voor zo’n kleine gamestudio – Haenir heeft momenteel maar twee ontwikkelaars. En ze weten zelf dat ze zo’n project niet alleen aankunnen.

(Visueel is Blight: Survival indrukwekkend - vooral de belichting en de omgevingen zijn overtuigend.)
(Visueel is Blight: Survival indrukwekkend – vooral de belichting en de omgevingen zijn overtuigend.)

Nadat Blight: Survival binnen een maand op het verlanglijstje van meer dan 13.000 spelers op Steam belandde, hebben de ontwikkelaars nu vragen van fans op Reddit en Steam beantwoord. Hun doorzichtige antwoorden stemmen echter niet hoopvol.

Hoewel beide ontwikkelaars al ervaring hebben opgedaan in de gamesindustrie, werken ze volgens eigen zeggen eigenlijk op het gebied van animatie. Dat is waarschijnlijk de reden waarom er tot nu toe alleen korte conceptvideo’s zijn gedeeld, waarin animaties voor stealth kills en het openen van deuren worden getoond:

Er moeten dus veel meer deskundigen worden ingehuurd die niet alleen op artistiek gebied zitten. Level ontwerpers, spel ontwerpers en ga zo maar door. Dit is echter niet mogelijk zonder bedrijfskapitaal. Daarom werkt Haenir momenteel aan een gameplay onthulling om een uitgever of andere potentiële backers te overtuigen.

Maar om dit te laten werken, moeten de IJslanders een duidelijk concept kunnen voorleggen. Een die ook kan worden uitgevoerd. Als je alle bijdragen van de ontwikkelaars doorleest, lijkt het daar niet op. Ze willen concurreren met Left 4 Dead en Vermintide, maar ook de stopgezette PS4-titel Deep Down evenaren. Er zouden ook ongespecificeerde Souls-achtige elementen zijn. En de PvP multiplayer mag natuurlijk niet ontbreken, met invasies à la Dark Souls of Sniper Elite 5.

(De duistere wereld van Blight: Survival ziet er al coherent uit, maar heeft nog een lange weg te gaan.)
(De duistere wereld van Blight: Survival ziet er al coherent uit, maar heeft nog een lange weg te gaan.)

Alles wat de overijverige fans willen, moeten ze krijgen, volgens de ontwikkelaars. Zelfs Steam ruilkaarten zijn al gepland. En voor mensen die niet van het Mordhau gevechtssysteem houden, komt er een vereenvoudigde modus – ook omdat de ontwikkelaars zelf niet zo goed overweg kunnen met dit systeem.

Op de een of andere manier willen ze het iedereen naar de zin maken. En grote ambities kunnen op een gegeven moment ook uitmonden in grote spelletjes. Maar de ervaring leert dat vooral onervaren ontwikkelaars zich eerst kleinere doelen moeten stellen, omdat de stap van droom naar werkelijkheid gewoon niet meer haalbaar is.

Sinds ik een paar jaar geleden de ongelooflijk coole korte film Gdansk van Neill Blomkamp (District 9, Elysium) zag, wil ik niets liever dan een echt griezelig en sinister middeleeuws spel. Als de ontwikkelaars van Blight: Survival een 20 meter lange ridder met een zwaard zo groot als een telefoonmast aan hun plaatjes hadden toegevoegd, zou ik nu waarschijnlijk helemaal hyped zijn.

In plaats daarvan ben ik nu sceptisch. Het komt niet door het ontbreken van een gigantische ridder, het komt doordat de twee ontwikkelaars te ambitieus zijn. Zeker, wat je tot nu toe van het spel kunt zien ziet er geweldig uit. Zelfs Naughty Dog had deze animaties niet veel beter kunnen doen.

Maar wat voor spel Blight: Survival uiteindelijk gaat worden, weet Haenir Studio waarschijnlijk zelf niet. Co-op en PvP, survival horror gemengd met actie, plus een vleugje Souls-achtig. Ja, alles wat erin hoort te zitten. Maar de ontwikkelaars zelf beschrijven hun spel liever als Mordhau meets Witcher meets Escape from Tarkov

Hoe het allemaal in elkaar steekt valt nog te bezien – als het al zo ver komt. Maar ik ben blij positief verrast te zijn.